maandag 25 februari 2013

DE VERHEERLIJKING OP DE BERG










Het aardige van het wereldberoemde schilderij van Rafaël (Urbino, 6 april 1483 – Rome, 6 april 1520) is dat deze schilder duidelijk maakt waarom dit bijbelverhaal zo belangrijk is. Als je niet beter zou weten, dan zou je denken dat dit een schilderij van de Hemelvaart is. Jezus staat niet meer met beide voeten op de grond. Hij is losgekomen van de aarde. Hetzelfde geldt van de twee mannen die hem vergezellen, Mozes en Elia. Zegenend steekt Jezus zijn handen omhoog. En dan ziet je dat het niet om de Hemelvaart kan gaan, want Jezus handen zijn maagdelijk blank. Ze zijn nog niet doorboord door de spijkers van het kruis. We zijn nog niet op de Olijfberg, de berg van de Hemelvaart, maar nog maar op de Tabor, de berg van de verheerlijking. Of om het deftig te zeggen: de berg van de Transfiguratie. Het is een deftig woord, maar het is ook een duidelijk woord. Het gaat om de ‘figuur’, het wezen van Jezus Christus. Op de berg van de verheerlijking wordt duidelijk wie Jezus Christus werkelijk is.
Natuurlijk geeft dit verhaal in onze tijd aanstoot. Wij, mensen van de 21e eeuw, willen nog wel erkennen dat Jezus van Nazareth een bijzonder leraar of wijsgeer is geweest. Maar hij moet wel elke aanspraak op iets goddelijks prijsgeven. Hij was een mens zoals wij.
Voor de Renaissanceman Rafaël zou deze benadering veel te plat zijn. Je moet wel uit het platte land, uit Nederland komen, om zoiets platvloers te bedenken. Bij Rafaël staat Jezus niet meer met beide benen op de grond. In ons spraakgebruik is dat geen compliment. Wie niet meer met beide benen op de grond staat, die heeft iets zweverigs. En dat is precies wat Rafaël bedoelt. Het is precies wat hij laat zien.
 Wie tegenover dat schilderij staat, ziet dat Rafaël een allerminst zweverig schilder was. Hij kende zijn Bijbel heel goed. Juist met het oog op de afloop van het aardse leven van Jezus is het van wezenlijk belang om te weten wie hij ten diepste is. Hij is de Heer die van deze aarde opstijgt om naar de hemel te gaan. Maar niet alleen hij doet dat: wij mensen mogen hem volgen. Zoals op het schilderij Mozes en Elia.

Ab van de Vrie  (uit: Kerk en kunst-materiaal voor het kerkelijk jaar)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten