dinsdag 19 maart 2013

Palmarum

Op weg naar Pasen.
Op weg naar Jeruzalem, de vredesstad.
In de adventstijd zongen we al met gezang 121 ‘God lof! Nu is gekomen Gods aangename tijd.
Nu gaat eindelijk gebeuren wat de profeten al lang geleden voorzegden.
Intocht van onze koning, optocht naar het kroningsfeest.
Wij zwaaien met groene taken, spreiden onze kleren uit en roepen:
‘Hosanna’  (letterlijk ‘help toch!’)
maar morgen schreeuwen we:
 ‘Kruisig hem’
Geen feest, maar opstand, moord en doodslag.

In het bijbellied van Muus Jacobse (gezang 60 in ons liedboek)
wordt dit verhaal treffend verwoord. Jammer dat we dit in de afgelopen
veertig jaar van het bestaan van ons liedboek zo zelden hebben gezongen.
Komt dit omdat de melodie wat weerbarstig is of omdat we niet graag met
onze eigen roep van ‘Hosanna’ en ‘Kruisig Hem’ geconfronteerd worden?


Pluk nu het groen van de velden
en zwaai met takken van bomen,
want nu zal de koning komen,
zoals de profeten melden!
Hij zal op een veulen rijden,
het jong van een ezelin.
O koning, kom ons bevrijden
en rijd Jeruzalem in!

Roep nu voor Hem uit: Hosanna
die komt in de naam des Heren!
En spreid voor Hem uit uw kleren,
want de Koning komt! Hosanna!
Zachtmoedig komt Hij gereden
op 't jong van een ezelin.
Hij brengt ons allen vrede,
Hij rijdt Jeruzalem in!

O Koning, wij zien U wenen:
uw stad wilde U niet horen.
Zal de vijand haar verstoren
en verstrooien al haar stenen?
Gij komt op een veulen rijden,
het jong van een ezelin,
maar 't is de weg van het lijden:
Gij rijdt Jeruzalem in.

Jos de Troije

Geen opmerkingen:

Een reactie posten